De basis waarvan sprake is in de titel, heeft vooral betrekking op de basistechnieken van het objectgeoriënteerd programmeren: inkapseling, overerving, polymorfisme. Het verwerven van deze technieken is niet verbonden met een bepaalde programmeertaal, eerder met een familie van talen, namelijk diegene die een objectgeoriënteerde implementatie op een vlotte manier toelaten en ondersteunen. In die zin maakt het niet veel uit of daar nu Java, C#, C++ of Python voor wordt gebruikt. Wat verworven dient te worden zijn een reeks principes, benaderingsmethoden en technieken die de fundering uitmaken van OOP. Eens voorbij die basis wordt het echter voor een aantal onderwerpen iets moeilijker een redelijk taalonafhankelijke koers te volgen, omdat sommige onderwerpen vrij sterk gekoppeld zijn aan een welbepaalde bibliotheek van klassen.
Het boek biedt een aantal topics aan waar een beginnend programmeur, die de genoemde basis onder de knie heeft, moeilijk omheen kan. De onderwerpen worden gepresenteerd binnen een Java-context, zonder echter een ruimer beeld uit het oog te verliezen.
Het boek is opgebouwd rond een vijftal sferen:
De vrij strakke didactische aanpak maakt het boek zowel geschikt voor een individuele studie als voor het gebruik in een onderwijsinstelling. Elk hoofdstuk is voorzien van een reeks programmeeropgaven. Een selectie van uitgewerkte oefeningen is voor elke geregistreerde gebruiker te verkrijgen op de website van de uitgever. De bijgeleverde cd-rom bevat een complete ontwikkelomgeving voor Windows, plus voorbeeldcode uit het boek.